Vanaf 1 mei 2025 worden gemeenschappelijke delen van gebouwen in mede-eigendom beschouwd als aparte eenheden voor asbestonderzoek. Hierdoor moet er een apart asbestattest worden opgesteld voor deze gedeelten, naast het reeds vereiste attest voor individuele kavels. Standaard zal een erkende asbestdeskundige de toegankelijke gemeenschappelijke ruimtes onderzoeken, zonder de noodzaak om via privégedeelten te gaan. Echter, afwijkingen kunnen worden overwogen, waarbij ook ruimtes die alleen via privégedeelten toegankelijk zijn, worden onderzocht.
Hoewel de verplichting voor het asbestattest in gemeenschappelijke delen pas ingaat op 1 mei 2025, wordt aan syndici geadviseerd proactief te handelen. Bij bezoeken van asbestdeskundigen voor individuele inventarissen wordt aanbevolen om gelijktijdig ook de gemeenschappelijke delen te laten onderzoeken.
Op een later moment, vanaf 2032, zal het asbestattest verplicht zijn voor alle eigenaars van panden gebouwd vóór 2001, ongeacht of het pand wordt verkocht.
Initiatief en kosten
De Vereniging van Mede-Eigenaars (VME) is verantwoordelijk voor het verkrijgen van het asbestattest voor gemeenschappelijke delen. Als het beheer van deze delen in handen is van een syndicus, rust deze verantwoordelijkheid bij hen. De kosten voor het asbestonderzoek komen echter voor rekening van de VME.
Samenvattend
Vanaf 1 mei 2025 wordt voor gebouwen in mede-eigendom een dubbel asbestattest verplicht gesteld: één voor individuele kavels en één voor gemeenschappelijke delen. Het asbestattest voor gemeenschappelijke delen kan nu al worden opgesteld wanneer een erkende asbestdeskundige langskomt voor individuele inventarissen.
